Hoe komen we tot structurele financiering van ontmoetingsruimten? Deze vraag heeft nog steeds geen bevredigend antwoord. Het is vaak sprokkelen om benodigd geld bij elkaar te krijgen, wat weer gepaard gaat met onzekerheid en subsidies zijn doorgaans tijdelijk. Terwijl iedereen weet en erkent dat plekken van ontmoeting nodig zijn om mensen bijeen te brengen en om in wijken cohesie te krijgen en te behouden. Ook is nagenoeg iedereen overtuigd van het belang van ontmoeten: het draagt bij aan het welbevinden van mensen. Af en toe wordt deze waarde onderzocht en zelfs in positieve cijfers uitgedrukt in maatschappelijke Business Cases. Toch heeft het nog vrijwel nergens in Nederland geleid tot structurele financiering. Hoe brengen we daar verandering in?
Met een groep van diverse ontmoetingsexperts onderzoeken het netwerk Nonna en ZorgSaamWonen dit vraagstuk tijdens een rondetafelgesprek op 6 juni. “Hoe komen we tot een systeemdoorbraak voor ontmoetingsruimten?", vraagt Jord Neuteboom. Hij is betrokken bij netwerk Nonna en initiator van deze bijeenkomst. Juist nu, in tijden van vergrijzing, toenemende eenzaamheid en personeelstekort is dit thema van groot belang. Tegelijk is er veel sociaal kapitaal in de samenleving en de wil om naar elkaar om te zien. Want gemeenschapskracht en gemeenschapszin zijn er zeker.
We komen bijeen in de Nonna-proeftuin, het samenwerkingsverband voor wonen, welzijn en activiteiten Griffioen in Nijmegen; bij uitstek een plek van ontmoeting voor buurtbewoners. Door goede samenwerking tussen verschillende organisaties, doorzettingsvermogen, enthousiasme en lef van professionals is Griffioen een bruisende plek waar ieder zich snel thuis voelt. Maar ook hier speelt het vraagstuk van structurele financiering.
Buurtbrouwerij
Peter Bisschops van On(t)roerend Goed heeft stichting De Buurtbrouwerij in Deventer opgezet. Samen met corporatie Woonzorg Nederland werkte hij aan de totstandkoming van de stichting. De Buurtbrouwerij is in een wooncomplex gevestigd en moet het hart vormen van de wijk. Vrijwilligers spelen er een grote rol. Hij somt een aantal uitdagingen op die voor de andere deelnemers herkenbaar zijn: Hoe vind en motiveer je vrijwilligers? Hoe maak je partijen duidelijk wat het oplevert? Hoe richt je de ruimte in? Hoe zorg je dat je voldoende inkomsten hebt? Welke prijzen hanteer je? “Wij hanteren vriendelijke prijzen voor de bewoners”, zegt Peter, “maar worstelen met de vraag of je andere tarieven moet vragen voor buurtbewoners.” Vaak zijn er wel financiële middelen te vinden voor de organisatie van eenmalige activiteiten, zoals een voorjaarsmarkt, maar is het lastig om financiering te krijgen voor een community builder of coördinatie, is zijn ervaring.
Geld genoeg
Anne van Grinsven van Woonzorg Nederland herkent het verhaal. Ook zij ziet dat er gesprokkeld moet worden, terwijl er in de wereld van wonen, welzijn en zorg geld genoeg is. “Instanties zitten vaak op het geld. We moeten dus andere manieren zoeken om het geld te kunnen inzetten.” Ze is blij met de landelijke regeling rond ontmoetingsruimten. “Dat is een mooie regeling die zeker behulpzaam is. Alleen is die regeling tijdelijk.” Ze vindt het ook noodzakelijk om met bewoners, de buurt en organisaties in de buurt samen te werken om goede invulling te geven aan de ontmoetingsruimten. Soms passen plannen niet in het format van de instantie die subsidies verstrekken, leert ze.
Rammelen
Carolien Vermaas van AAG noemt dit ‘rammelen aan de poorten van de systeemwereld’. Dat doet zij ook regelmatig en al helemaal bij het gemengd wonen project in Utrecht waar zij bij betrokken is. “Het vraagt lef en doorzettingsvermogen. We hebben nu voor één jaar financiering van de gemeente weten te krijgen voor de community coach.” Bij dit woonproject zijn twee corporaties en een belegger betrokken. Carolien is vanuit ggz-organisatie Lister werkzaam voor dit project. “Lister huurt 74 woningen en de bewoners wonen gespikkeld door het gebouw heen.” Er zijn drie bewonersverenigingen actief. Deze bewoners betalen een vast bedrag voor de ontmoetingsruimte (4,50 euro) en voor activiteiten (5,50 euro).”
Centrale gastheer
Als er iemand het klappen van de zweep kent is het Marc van Leent wel. Jarenlang adviseerde hij corporaties en andere partijen met maatschappelijk vastgoed. Hij merkte dat instituties enthousiast beginnen en uiteindelijk toch weer in dezelfde groef vervallen. Dan vloeit de energie weg. “Ik dacht: ik ga het zelf doen.” Hij richtte Bijzondere Plekken op. Inmiddels heeft hij vijf plekken waar mensen met en zonder beperking bijeenkomen en meedoen aan de samenleving. “Zorg voor een campingbaas, dus een centrale gastheer die verschillende activiteiten aanbiedt en mensen met elkaar verbindt, die gastvrij is en goed kan schakelen.” Het belangrijkste is om een plek te creëren waar mensen graag naartoe gaan. Hij wijst op het restaurant van de Hema. “Dat is zo’n plek.” Goede horeca is belangrijk, stelt hij. “Zorg ook dat de gemiddelde wijkbewoner er graag komt.” Hij heeft in al die jaren ervaren dat de horeca het grootste struikelblok is. Hoe zorg je voor een verdienmodel? Hoe behoud je kwaliteit? De horeca is namelijk écht een vak.
Koffie en ruimte
Anton Mulders is betrokken bij de proeftuin Ruwaard in Oss. “Geef mij maar koffie en ruimte en dan regel ik het”, is een beroemde uitspraak van hem bij de start van het project in Oss. Hij is wijkbewoner, ervaringsdeskundige vanuit de ggz en vooral iemand die mensen enthousiasmeert om hun talenten te gebruiken. Hij ontwikkelde met minimale middelen en maximale betrokkenheid van de wijk een bruisend Huis van de wijk, waar wekelijks tientallen activiteiten worden georganiseerd voor zo’n 500 unieke bezoekers. Hij benadrukt het belang van het regelen van voor- en nazorg. “Dat zit vaak niet in het format van organisaties, maar doe je het niet, dan krijg je ‘draaideur cliënten’. Herstel ís preventie!”
Zorgkantoor
Inge van de Sande, coördinator Goed wonen bij netwerk Nonna, werkt bij Griffioen samen met BUUR, met de welzijnsorganisatie en een sportbedrijf. Corporatie Talis is eigenaar van het gebouw. Met Griffioen willen de samenwerkende organisaties eenzaamheid voorkomen of verminderen, het bewegen en participatie van bewoners en wijkbewoners stimuleren en ontmoeting faciliteren. De buurtcoach/buurtverbinder zorgt voor de verbindingen tussen de wijkbewoners. Inge is blij dat het zorgkantoor ‘tijdelijk’ investeert in Griffioen. “Het is voor twee jaar, dus vooralsnog niet structureel, maar het is mooi dat zij het belang zien.”
Kwantificeren
Werner van der Wiel is directeur van WBVG (Woningbouw Vereniging Gelderland) en daarnaast betrokken bij BUUR. “In de opstartfase krijg je vaak veel support, maar daarna is het moeilijk.“ Hij zou graag kwantificeren wat plekken zoals die van BUUR opleveren.
Bemensing
We gaan met elkaar in gesprek over de bemensing. We zijn het erover eens dat professionaliteit en continuïteit van belang zijn. Er zijn ‘verschillende formules’ voor het regelen van de bemensing. Je ziet in de praktijk dat bij ontmoetingsruimten de personele invulling gedaan wordt door een combinatie van vrijwilligers en professionals. Als de nodige competenties (zoals verbinden van mensen, empathisch zijn) maar goed vertegenwoordigd zijn. Het is belangrijk dat vrijwilligers en professionals (buurt)bewoners stimuleren om bij te dragen. Het gaat erom dat (buurt)bewoners eigenaarschap voelen en nemen.
Hamvraag
Hoe komen we tot structurele financiering? Dat is de hamvraag. Het is een idee om corporaties te vragen om ruimten te creëren. Corporaties stellen nog wel eens een huurwoning beschikbaar voor ontmoeting, maar verder dan dit gaan ze vaak niet. Ze vinden het ‘gedoe’. Toch is het goed als zij per woning een aantal m2 vrijmaken voor ontmoeting. Bewoners en wijkorganisaties kunnen vervolgens voor de programmering zorgen en voor het beheer en onderhoud.
Cijfers
Het zorgkantoor wil duidelijk onderbouwd en bewezen zien dat je zorg uitstelt door ontmoeting. Dat is niet altijd makkelijk om in cijfers aan te tonen. Het maken van een MKBA is daarom zinvol, zeker als gesprekstool. Dit instrument helpt om zorgkantoren, gemeenten en corporaties mee te nemen in het verhaal. Ook kun je benadrukken dat het personeelstekort zo nijpend is dat er wel alternatieven aangeboord moeten worden. Personeelstekort kan een game changer zijn. De voormalige Rijksbouwmeester Floris Alkemade zei dit onlangs nog in een interview: “Bouwen, bouwen, bouwen is niet de oplossing. Er zijn woningen genoeg, we moeten bouwen aan gemeenschappen.” Daarvoor helpt het als buurtbewoners zelf budget krijgen om activiteiten te organiseren en ontmoeting te bewerkstelligen. Bewonerszelforganisatie scheelt veel in bureaucratie, je bereikt meer mensen en het biedt vaker de juiste voorzieningen aan, omdat bewoners vaak het beste weten wat er leeft en waar behoefte aan is.
Burger
Tot slot komt het principe van ‘right to challenge’ ter sprake. Het is al vaker geprobeerd. Bij de aanbesteding door gemeenten biedt het mogelijk kansen, maar tot op heden is het nog amper van de grond gekomen. Dit alles vraagt dus ook iets van ons als burgers. Daarom ook de oproep: we moeten meer burger zijn en ons minder als consument gedragen.
Meer lezen?
Jord Neuteboom en Yvonne Witter verzorgen een workshop tijdens het ZorgSaamWonen Congres op 3 oktober over financiering van ontmoetingsruimten.