Tijdens het ZorgSaamWonen Congres 2024, aanstaande woensdag en donderdag in Den Haag, kun je kennismaken met het werk van JSO. Onze redactie kon niet wachten en sprak al eerder met Charlotte Hanzon en Bea Houwers, beide adviseur en directeur-bestuurder bij JSO, een adviesbureau in het sociaal domein.
JSO noemt zichzelf een adviesbureau waar een team werkt van ‘positieve veranderaars met een sociaal en ondernemend hart’. Het bureau helpt gemeenten, uitvoeringsorganisaties en het Rijk om (organisatie)vraagstukken op deze vier terreinen op te lossen:
- Participatie
- Wijkgericht werken
- Gezond en actief leven
- Jeugd
De consultants, coaches en onderzoekers van JSO bieden procesbegeleiding, (interim) projectleiderschap, actiegericht onderzoek, methodiekontwikkeling en begeleiding van organisaties en teamontwikkeling.
Waardegedreven werken, naar een helder doel, moet volgens het tweetal de standaard worden in het sociaal domein. Toch stuiten ze regelmatig op opdrachtgevers of organisaties die een vraagstuk voorleggen waarbij het doel niet scherp is. JSO start dan eerst met het verhelderen van de vraag. Wat wil een opdrachtgever, met welk doel en met welke bedoeling? En wat zou het gewenste resultaat moeten zijn? Vraagstukken of processen worden dan eerst vanuit verschillende perspectieven verkend om zo de juiste doelstelling op te leveren.
Hanzon en Houwers benadrukken beide dat het daarbij vooral gaat om de belangen van en het contact met álle betrokkenen. Een voor de hand liggend uitgangspunt, maar lang niet altijd de praktijk, stelt Hanzon: “Het perspectief van uitvoerende professionals of inwoners wordt regelmatig pas tegen het einde van de rit meegenomen. Wij doen dat altijd eerder en ons advies is: neem het perspectief van mensen in een wijk echt mee ter inspiratie in plaats van als iets al helemaal bedacht is en mensen nog één keertje mogen meedenken. Die strategie vindt men echter vaak moeilijk, zodat we vragen krijgen als: ‘Hoe doen we dat? Wie vragen we dan? Hoe bereiken we die mensen? Welke vragen moeten we stellen?’ Er worden vaak ook allerlei bezwaren opgeworpen en dat proberen wij te doorbreken.”
Driehoek
“Als je daarover het gesprek aangaat”, vervolgt Houwers, “over hoe je dat de komende tijd zou kunnen aanpakken zonder het megagroot te maken, komen de vele voorbeelden vanzelf. Inmiddels hebben we veel kennis en praktijkervaring opgedaan over het doorvoeren van veranderingen met daadwerkelijke impact. Ik merk daarbij dat je altijd verschillende bronnen nodig hebt. Met naast wetenschappelijke en professionele kennis ook ervaringskennis. Die driehoek is voor alle thema’s de beste basis voor succesvolle veranderingen. Als je een onderwerp echter vanuit slechts één perspectief benadert, mis je belangrijke zaken.”
Het gaat om de belangen van álle betrokkenen
JSO past in haar werk ook de methode Deep Democracy toe, waarover Hanzon vertelt: “Dan heb je het over gezamenlijke besluitvorming, waarbij je actief op zoek gaat naar een alternatief en dus ook de stem van minderheden. In het sociaal domein kan het dan gaan over de stem van inwoners, maar soms zijn er heel andere, onverwachte perspectieven die nog niet zo zichtbaar waren. Kijk dan niet alleen naar wat de meerderheid wil, maar ook naar wat een minderheid nodig heeft om mee te gaan met het meerderheidsbesluit. Op die manier kun je een kwestie veel beter afpellen en veel meer mensen met elkaar in gesprek brengen, zodat ze meer naar elkaar luisteren en ook meer van elkaar leren. Je begrijpt dan ook waarom een meerderheid het anders wil, wat bovendien goed helpt tegen polarisatie.”
Wijken
Een andere methodiek die JSO hanteert, is een aanpak die het bureau zelf ontwikkelde: Ik-Wij-Wijk. Houwers legt daarover uit: “Deze aanpak is vooral bedoeld voor teamontwikkeling. Als wij worden gevraagd om iets te ontwikkelen in een wijk, begint dat wat ons betreft bij jezelf. Wie ben ik? Waar sta ik? Wat zijn mijn drijfveren? Wat vind ik belangrijk? Vervolgens verbreed je dat naar de mensen met wie je werkt of de groep waar je op dat moment mee te maken hebt. Wat is ons collectieve beeld? Vervolgens relateer je dat met waarvoor we het doen. Een wijk, een buurt, een straat of een grotere eenheid. Wat speelt daar dan? Wat is er actueel? Waar verhouden we ons toe en wat hebben wij als team, en ik als persoon, daaraan bij te dragen? Op die manier gaan professionals zich veel beter verhouden tot wat de maatschappelijk relevante opgaven in een wijk zijn. Het verbetert het bewustzijn waarvoor ze aan de lat staan.”
“We gebruiken hierbij ook onze Omgevingswalkshop”, gaat Hanzon verder. “Daarmee ontdek je in tien stappen wat in een wijk van waarde is. De kern van de methode, het buiten rondlopen met een brede groep van betrokken mensen, geeft meerwaarde en biedt een bredere, concrete methode om een vitale wijk te ontwikkelen. Aan de voorkant krijg je instructies mee, waar je bijvoorbeeld op moet letten. Met een bord in de hand maak je onderweg aantekeningen en je kunt foto’s maken. Je doet dat met allerlei perspectieven en met alle betrokkenen: professionals, beleidsmakers, bestuurders, ondernemers, iedereen die iets van betrokkenheid heeft in die wijk. Zo ontdek je de sociale en fysieke omgevingswaarden, zoals geluid, mobiliteit en ontmoeting, en daarover ga je daarna in gesprek. Daaruit volgen conclusies over welke krachten er in een wijk spelen en hoe je dat kunt versterken.” In Den Haag en Rotterdam waren er enkele geslaagde praktijkvoorbeelden van de Omgevingswalkshops.
Resultaten
Gevraagd naar andere resultaten van hun werk, vertelt Houwers over de ondersteuning van de gemeente Lelystad, om te komen tot een maatschappelijke agenda voor de komende jaren. Houwers: “Lelystad wilde dat niet op de oude manier vanuit het gemeentehuis doen, maar heel actief met de inwoners. Dan vraag je eerst waarom zij dat willen en wat hun bedoeling daarmee is? Vervolgens maak je samen een plan voor hoe je invulling geeft aan hun bedoeling. Hoe ga je dan naar buiten? Wat zijn de thema’s waarover je vragen stelt? We zijn samen met de beleidsadviseurs de straat op gegaan om interviews af te nemen. Tegelijkertijd gebruikten we de online tool Parta. Dat er uiteindelijk meer dan duizend inwoners meededen, was voor ons en vooral voor de gemeente een fantastische opbrengst. Parallel aan het inwonersgedeelte hebben we de gemeente begeleid in het opgavegericht werken aansluitend op de inhoud van de maatschappelijke agenda. Uiteindelijk heeft de gemeenteraad die maatschappelijke agenda unaniem aangenomen.”
Op haar beurt vertelt Hanzon gloedvol over een project, waarbij wijkraden in Katwijk werden geprofessionaliseerd. “Wat was de rol van wijkraden ten opzichte van de gemeente en hoe keken de vrijwilligers, die er soms al heel lang in zaten, daar tegenaan? Hoe kon de samenwerking beter worden vormgegeven en wat was de rol van wijkregisseurs daarin? Door met een soort actieonderzoek te kijken naar de mogelijkheden en de verbeterpunten bij die wijkraden én bij de gemeente kwam er een nieuwe, meer eenduidige werkwijze uit. Daardoor werden die wijkraden een veel waardevollere gesprekspartner voor de gemeente. En de wijkraden kennen hun rol beter.”
‘Er zijn nog heel veel plekken waar wij waarde kunnen toevoegen’
Hanzon is verder ook expert op het gebied van de aanpak van eenzaamheid. “Zo ondersteunden we de gemeente Terneuzen bij het opzetten en toepassen van een coalitie en aanpak eenzaamheid. Daar is nu echt geïnvesteerd in een fulltime coördinator en dat heeft heel veel vruchten afgeworpen. Daar timmeren ze heel mooi aan de weg met Aan-Z, terwijl eenzaamheid in andere gemeenten er vaak een beetje bij wordt gedaan.”
Verbinding
Aan de vooravond van het ZorgSaamWonen Congres 2024 is het enthousiasme van het duo voelbaar om daar acte de presence te geven. Houwers tot slot: “We realiseren ons steeds meer dat wat ons team doet, allemaal gebeurt op basis van een sterke intrinsieke gedrevenheid om de wereld mooier te maken. Dat klinkt heel groot, maar er zijn nog heel veel plekken waar wij waarde kunnen toevoegen. Het begint vaak met de verbindingen die je legt, bijvoorbeeld op zo’n congres. Voor ons is het heel mooi om daaraan bij te dragen met de kennis die wij in huis hebben.”
Tekst: Ysbrand Visser
Beeld: JSO